‘Is het nu nog niet klaar?’
‘Ja ja, het is wat….’ zei mijn zoon (3) onlangs parmantig. Ik reed in de auto, keek van schrik achterom. Sinds dat moment voel ik me minder alleen met mijn ‘grote dingen des levens’.
Nee, ik ben niet alleen. Overal ontmoet ik mensen die informeren naar mijn boek. Nu ben ik van mezelf niet zo’n prater, maar inmiddels weet een heel legertje mensen dat er ‘iets’ aan komt. Dat legertje varieert van de kapper en de buurman tot de dominee en de dokter. Ik moet het eerlijk gezegd ook leren. Om te praten en te schrijven over Een hemel zonder schroeven. Om te vertellen over mezelf als schrijver.
Afgelopen zomer was mijn boek zo goed als klaar. Toch duurde het nog een half jaar voordat het goed genoeg was. Ik kreeg redacteuren, correctors (opnieuw een leger). De één na de ander ging door het manuscript heen. Die frisse blik had ik nodig. Ik zat te vast in mijn tekst.
Mensen bleven me trouw. Keer op keer vroegen ze naar m’n boek: ‘Is het nou nog niet klaar?’ Soms vond ik het moeilijk om uit te leggen hoe het werkt, een boek gereedmaken voor de drukker. Ik ben Dick Bruna niet, hij had ongetwijfeld met beelden een goed verhaaltje kunnen vertellen.
‘Nee,’ zei ik vaak, ‘mijn boek is nog niet klaar.’
‘Waarom duurt het dan zo lang? Je had het toch al veel eerder ingeleverd?’
Afhankelijk van wie ik voor me had, vertelde ik over de vele versies, het belang van een goed boek, het lange proces van schrijven, denken, schrijven, denken (of andersom).
Nu is het bijna zover. Ergens half maart wordt Een hemel zonder schroeven gedrukt. Ik zie ernaar uit en ik zie er tegenop. Dubbel hoor, om iets wat zo dichtbij jezelf staat uit handen te geven. Straks leest mijn kapper het verhaal, en de buurman, de dikbuikige zestiger uit de sportschool (die een klein bijrolletje speelt), klasgenoten uit een eertijds, de dominee, de dokter.
Iedereen zal Maria, de hoofpersoon, leren kennen – iedereen zal zomaar bij haar binnen mogen lopen. Iedereen zal zien hoe ze koffie morst, hoe ze de katten slaat, hoe ze andijvie rooit.
Mijn zoon heeft gelijk. Het is inderdaad wat, mijn boek. ‘Een eerlijk en schaamteloos verhaal over vervreemding, sterfelijkheid en de troost van woorden,’ staat op de achterflap.
De volgende keer vertel ik meer over de inhoud en deel ik een leesfragment!