Blog

Noodzakelijke traptreden

Na lang zoeken vind ik het in de kast. Keurig alfabetisch geordend naast PAAZ (Myrthe van der Meer) en Vogelhuis (Eva Meijer). Met mijn roman in de hand loop ik naar een verkoper. ‘Verkoopt het een beetje?’ De man humt wat en roept een collega erbij. ‘Als je in de kast terechtkomt, betekent het dat de stapel verkocht is.’ De vrouw lacht bemoedigend. ‘Helpt dit jou?’ Met rode wangen draai ik me om. Zodra het tweetal andere klanten helpt, maak ik ongezien een foto. ‘Ik dacht dat ik uit de kast was,’ app ik de uitgever.

Thuis lees ik afwisselend De ontdekking van de hemel (Harry Mulisch) en Het houden van mannen (Myrthe van der Meer). Die twee hebben niets met elkaar te maken, al zijn Onno en Max, Mulisch’ hoofdpersonen, mannen om van te houden (met al hun obsessies, autistische afwijkingen en eetgewoontes). Mulisch schreef een monument, op het geniale en krankzinnige af (wat bleek in herdrukken en duizendtallen). Myrthe van der Meer probeert op haar eerdere succes met PAAZ te bouwen. Haar boek, een rood icoon – als tegenhanger of vervolg op haar blauwe variant, valt op.

Voor het eerst, na Kalf, PAAZ en UP kreeg ik een boek van Van der Meer niet uitgelezen. Datzelfde geldt voor Fuzzie van Hanna Bervoets, een roman over een gekleurd, pluizig bolletje. Beide schrijvers kiezen voor een experimentele, originele invalshoek, met veel humor gepaard. Als leeftijdsgenoot (Van der Meer en ik zijn een jaar ouder dan Bervoets) begrijp ik hun vrijheidsbeleving en schrijflust. Maar tegelijk knaagt er iets. Als lezer wil je geen pluizige, lieve bol of een veldgids, maar een vijfgangendiner. Je wilt proeven, kauwen en dan pas doorslikken.

Misschien leg ik de lat te hoog. Tommy Wieringa gaf onlangs in een column Patrick Swart ervan langs. Swart (algemeen directeur van een uitgeefconcern) zou een soort fabriekje willen oprichten waar alleen successen worden geproduceerd. ‘Patrick Swart is een zwakhoofdige parvenue die niet begrijpt dat er vaak meerdere boeken nodig zijn om tot een meesterwerk te komen. De onrendabele titels daarvoor, die hij uit het proces wil verwijderen, zijn noodzakelijke traptreden naar dat grotere werk. Alfred Birney schreef twaalf boeken in de afgelopen dertig jaar; pas met zijn laatste won hij in mei de Libris Literatuurprijs.’

En zo is het. Wij, tachtigers, gaan nog veel onzin schrijven. Dat relativeert en biedt tegelijk perspectief.