Blog

Nee, er komt geen boek. Ik schrijf niet.

Meer dan een jaar heb ik archiefwerk gedaan, mensen geïnterviewd, en een mogelijk romanthema uitgediept. Voorzichtig ben ik lijstjes gaan maken. Een netwerk gaan opbouwen. Ondertussen trainde ik mijn lijf, bracht mijn kind naar school en hing de was op.

Tot die dag dat ik een leeg, wit Word-document opende. Ik staarde, typte op dezelfde ‘lijstjes-achtige’ manier wat dingen. Maar geen enkel creatief begin. Geen woord. Geen letter.

‘Beroepsmatig verlamd raken brengt bij iedereen een gevoel van falen teweeg, van paniek, van zelfverlies.’ Dat zei Renate Dorrestein. Ze vervolgt: ‘Nou, in mijn beroep bestaat daar dus een term voor, een die trouwens niets verklaart of opheldert, maar als ik me ga verschuilen achter het idee dat een writer’s block pure aanstellerij zou zijn, dan zit ik hier over twintig jaar nog op de gang, met mijn rug tegen de deur van mijn werkkamer, kijkend naar mijn tenen en pleitend of ik er alsjeblieft weer in mag, ooit.’

Het is best een raar idee. Dat alles om mij heen doorgaat. Schrijvers publiceren. Boeken worden besproken. Mijn leven staat stil, wachtend op betere tijden. Op perioden zonder faal-, zonder schrijfangst. Ten diepste durf ik, net als Dorrestein destijds, en Louis Ferron (“Ik heb Saharazand in mijn hoofd”) en zoveel anderen, niet mijn creatieve vermogens te vertrouwen. Misschien ben ik arbeidsongeschikt. Tijdje ziektewet (alleen dan onbetaald). Wie weet.

Om mezelf te inspireren, volg ik al een tijdje een keramiekcursus. De eerste les was onvergetelijk. Een groepje gepensioneerden, met een enkeling rond de 45. “Je zit op mijn stoel,” zei een dame. Later bleek dat iedereen zijn vaste plek had. En iedereen zijn eigen ding deed. Ik maakte soepballetjes van klei. Duwde ze kapot. Keek naar anderen. En huilde op de fiets naar huis. Na de derde les ging het beter. Nu, een half jaar later, voer ik wasmanden met beelden en vazen aan. Klaar om gestookt te worden op 950 of 1120 graden.

Op de cursus weet niemand dat ik schrijf. Of geschreven heb. Ik praat over biscuitbrand, triangels, en hoe lastig chroom- en tinoxide in de oven samengaan. Achter de draaischijf maak ik gedeukte potjes. Het optrekken lukt niet (het omhoogwerken van de klei). Misschien staat het synoniem voor hoe het nu is. Ik sukkel. Ik rommel. Met als enige opdracht: het leven proberen simpel te zien, eenvoudig, stil.