Blog

Wees een beetje lief voor elkaar

Is er nog ruimte voor andersdenkenden? En kun je je individualiteit behouden in een groep? Vragen die urgenter zijn dan ooit. In haar nieuwe roman Zwerm (uitgeverij Van Oorschot) neemt Berthe Spoelstra je mee naar een omheinde Vinex-wijk waar je zonder pasje niet binnenkomt en waar iedereen op iedereen let, een soort mini-controle-samenleving zeg maar. Akke, een pubermeisje, vergelijkt zichzelf met een vinvis die tegen de stroom inzwemt. Ze maakt zich zorgen om onze hete planeet en bedenkt dat ze het systeem moet resetten, ze moet het ventiel losdraaien. Terwijl de buurt wijntjes drinkt en roddelt, ontsnapt Akke met drie kinderen over het hek.

Het verhaal wordt verteld door meerdere personages, waaronder Franka, de dochter van een praatgrage kroketbakkende buurtbewoonster. Deze Franka woont niet in de wijk, maar overnacht bij haar moeder als de vier kinderen vermist raken. Franka slaapt slecht door de spreeuwenzwerm (later begrijpt ze dat die spreeuwen drones zijn die de boel bespioneren) en bekijkt op een afstandje het groepsgedrag van de buurtbewoners. Zij maakt geen deel uit van de groep: ‘Franka’s fiets is besmeurd met vogelpoep. Een echte metropoolbewoner heeft ontsmettingsdoekjes in de fietstas, een plastic zak onder het zadel.’

Dit boek heeft me heel wat denkwerk bezorgd. Wie ben ik als individu? Heb ik ruimte voor mijn eigenheid? Waarin conformeer ik me aan een groep en waarin niet? Als een bepaald groepsgedrag deugdzaam wordt genoemd, en ik wijk daarvan af, deug ik dan niet?

Afgelopen zomer boetseerde ik in Brabant. Ik had een jaar geen klei aangeraakt en zag er enorm naar uit. Terwijl we onze schorten aandeden, riep iemand: ‘Iedereen is toch wel gevaccineerd, hè?’ Ja, iedereen was gevaccineerd. Ik voelde me ongemakkelijk, want ik kom uit een nest waar zulk soort zaken echt privé zijn. Mijn ouders waren niet gevaccineerd en niet verzekerd, de gemeenschap zorgde (stilzwijgend) voor elkaar. Ik vergeet nooit dat er na een brand enveloppen bezorgd werden bij mijn ouderlijk huis. Op zo’n privé-gerelateerde vraag tijdens het kleien zweeg ik dus. Toen het nogmaals werd gevraagd, zei ik: ‘Nee, ik ben niet gevaccineerd.’ Er daalde een doodse stilte in het atelier. Een vrouw stond op en stak afwerend haar handen naar mij uit. Ik zweeg, met tranen achter de ogen. En toen, toen kwam het ongemak (Marieke Lucas Rijneveld) en de schaamte (Stephan Sanders). Ik moest maar in de deuropening kleien, vond men. Dus dat deed ik, bij een zacht briesje.

Een tijd terug keek ik naar Het Filosofisch Kwintet van Clairy Polak. Daan Roovers zei: ‘Het wederzijds moralisme, het elkaar de maat nemen, is niet vrijblijvend. Er kunnen dingen kapot gaan.’ Ik vrees dat dit kapot gaan der dingen al gaande is. Deze boekencolumn is geen coming out of iets dergelijks, maar een misschien vertwijfeld stukje over schaamte, groepsvorming, vrijheid en Eberhard van der Laans oproep om een beetje lief te zijn voor elkaar.

Deze column verscheen in het opinietijdschrift De Nieuwe Koers (oktober 2021).