Als je met je hoofd op tv bent geweest, ben je iemand. Als je dat niet doet, lijd je een bestaan in de marge. Dat geldt voor veel mensen, maar vooral voor schrijvers. Nog voor je boek uitkomt, moet het publiek weten wie je bent. Nu past dat helemaal in deze tijd: niet alleen schrijvers, maar iedereen is druk bezig met het vormgeven van je imago. Wat deel je wel, en wat deel je niet met sociale media?
Met zijn debuutroman De erfenis van Adriaan won Johan Lock de CLO-Juryprijs. In een Rotterdams café praten we over kerk, voetbal en schrijven. Maar vooral over verwondering en het heilige dat overal gevonden kan worden.
‘Derakshan zou mijn plaats kunnen innemen als ik er niet meer ben. Dan kan ze arts worden.’ Glimlachend kijkt de 14-jarige Maartje in de camera. ‘En ze zou mijn zus en ouders kunnen steunen.’ In 2004 schrijft de doodzieke Maartje van Winkel een brief aan toenmalig minister Verdonk. Gloedvol betoogt ze dat Derakshan, een Afghaans meisje, de slimste van de klas is en dat ze tienen voor exacte vakken haalt. En of haar vriendin alsjeblieft in Nederland mag blijven.
In de Utrechtse wijk Lombok, op loopafstand van de grootste moskee van Nederland, praten we over geloof, schrijven en onze studententijd. Maarten van der Graaff groeide op in een gereformeerd gezin op Goeree-Overflakkee. Na twee dichtbundels schreef hij zijn debuutroman Wormen en engelen.
Binnenkort spreek je op de Literatuurdag van het Christelijk Literair Overleg. Hoe kijk je ernaar uit?
Ik heb er zin in, ook al zie ik er een beetje tegenop.